Ambachtsplanten – Tabak

 

Niet alleen de echte tabaksplant was een leverancier van de grondstof van snuiftabak, sigaren en sigaretten, ook diverse andere planten werden gebruikt als basis voor rookwaar. In de collectie Ambachtsplanten waar je een of andere vorm van tabak van kunt maken, staan naast de nedertabak ook nog gezwollen lobelia (Lobelia inflata) en het veelzijdige valkruid aangeplant. Bij religieuze ceremonieën van verschillende Noordamerikaanse Indianenstammen werden de bladeren eveneens gebruikt, bijvoorbeeld door ze te roken. Vandaar ook wel de naam Indiaanse tabak. Zelfs de elegante lelietjes-van-dalen dienden als een alternatieve grondstof voor tabak.

 

 Nedertabak - Nicotiana tabacum

De echte tabaksplant die in de Tweede Wereldoorlog in Nederland veel werd geteeld! De imposante planten kunnen tot 1.50 meter hoog worden, hebben grote bladeren en dragen vrolijke lila-roze trompetbloemen.

 

 Gezwollen lobelia of Indiaanse tabak - Lobelia inflata

De Indiaanse tabak werd onder meer gebruikt in de fytotherapie, de kruidengeneeskunde. Lobelia inflata werd en wordt nog steeds door verschillende Indianenstammen gebruikt vanwege zijn medicinale eigenschappen als laxeermiddel, bij ademhalingsziekten en spierstoornissen. Bij religieuze ceremonieën werden de bladeren eveneens gebruikt, bijvoorbeeld door ze te roken. Inmiddels is bekend geworden dat lobeline de aanmaak van dopamine door nicotine een halt toeroept. Dat duidt erop dat lobeline een prima effect heeft om van een rookverslaving af te komen. 

 

Valkruid of wolverlei - Arnica montana

Van oudsher worden valkruidbladeren gerookt (bijvoorbeeld in Noorwegen, waar zij ook werden gesnoven). Verder doet het blad dienst als tabakssurrogaat bij ontwenningskuren voor rokers. In dit verband is de Engelse naam 'Mountain Tobacco' voor Arnica wel toepasselijk. De bladeren doen inderdaad in de verte denken aan die van tabak. Valkruid werd vroeger toegevoegd aan snuiftabak omdat de gedroogde bladeren de slijmvliezen in de neus prikkelen. Ook werd valkruid samen met klein hoefblad en toortsbloemen gerookt als kruidentabak.

 

 Lelietje-van-dalen - Convallaria majalis

Samen met gestampte paardenkastanjes werd van de bladeren van lelietje-van-dalen, ook lelietje-der-dalen genoemd, een snuiftabak gemaakt met de naam ´Schneeberger´. Deze tabak is vernoemd naar de plaats van herkomst; het dorpje Schneeberg in Saksen (in het voormalige Oost-Duitsland).