Historische rozen

De collectie van de Groene Kruidhof omvat net als menig andere klooster- en of kruidentuin over verschillende rozensoorten. Sommige rozen zijn al duizenden jaren oud. Te denken valt aan Rosa pimpinellifolia (duinroos) en de egelantier (Rosa rubiginosa). Ook de Provencaalse roos, Rosa centifolia   was al in de zestiende eeuw bekend. Daarnaast zijn er twee fraaie klimrozen over pergola’s geleid in het midden van de tuin de grootbloemige frambozenroze ‘Zephérine Drouhin’ (1868) en ‘Guirlande d’Amour” (1993, een rijk doorbloeiende kleinbloemige, zuiver witte rambler of klimroos van de beroemde Belgische kweker Louis Lens). Nieuwe aanwinsten in 2016: ‘Comte de Chambord’ (1860), en ‘Fischer & Holmes’ (1865), ‘Boule de Neige’ (1867) ,‘La Reine Victoria’ (1872) en ‘Ferdinand Pichard’ (1921). Heronder zitten onder meer remontant en bourbonrozen. Deze historische rozen krijgen een speciale hoek in de tuin. Rozen hadden allerlei toepassingen in en om huis, zo ook in de huishoudens van kloosters en was daarom een onmisbare plant in een kloostertuin.

 

 

Indeling oude soorten

Wanneer men het over ‘oude’ rozen heeft, verstaat men daar meestal alle rozensoorten onder die vóór 1867 bestonden. In dat jaar werd namelijk in Frankrijk de eerste kruising van een Chinese roos en een inheemse Europese roos geïntroduceerd, de theerooshybride: Rosa ‘La France’. Een andere manier om rozen in te delen is naar bloetijd. Wellicht is het juister de oude, en wellichter ook juistere manier, is de rozen in twee subcategorien in te delen, nl de oude rozen van Europese afkomst die éénmalig bloeien in de late lente of zomer (alba, centifolia, damascener, duinroos, egelantier, gallica en mosrozen). Daarnaast is er de groep hybriden die zijn ontstaan uit kruisingen tussen Europese en Oosterse rozen die zowel in de zomer als de herfst bloeien. Daaronder vallen bourbon-, boursault, muskus-, noisette-, Portland- en remontantrozen). Uiteraard worden ook de botanische rozen tot de historische of oude rozen gerekend. Deze zijn namelijk vaak al honderden, zo niet duizenden jaren oud. De collectie van de Groene Kruidhof omvat zowel rozen uit de eerste als uit de tweede groep. Daarnaast beschikt het over enkele botanische rassen.

 

Ver terug

De geschiedenis van de roos gaat ver terug. Op Kreta werd bij opgravingen van een paleis uit 1700 voor Christus een fresco gevonden met een afbeelding van een enkelbloemige roos. Rozenolie wordt al genoemd door de Griekse dichters Homerus in de 9e eeuw voor Christus en Sappho in de 6e eeuw voor Christus. In het antieke Egypte was de roos eveneens bekend. Als Cleopatra een ontvangst hield, was haar hele bed en de vloer bezaaid rozenblaadjes. Ook in het oude Rome waren rozen zeer geliefd. Rozen werden rondom Rome gekweekt, maar de vraag overtrof de productie en dus werden ze per schip in koperen containers, om ze vers te houden, met scheepsladingen vol geïmporteerd uit Egypte. De rozen werden op tal van manieren gebruikt. Het huis werd er mee opgesierd door onder meer tapijten van rozenblaadjes op de vloer uit te spreiden. Ook versierde men zichzelf er mee. Het verhaal gaat dat bij de banketten van keizer Nero bedienden zoveel rozenblaadjes over de gasten strooiden dat sommigen er in stikten.

 

Medicinale eigenschappen

In de vroege middeleeuwen werden rozen al gebruikt voor medicinale doeleinden, onder andere bij dysenterie, het genezen van wonden, het reinigen van de lever en tegen koortsen. Vandaat dat rozen in kloostertuinen veelvuldig waren aangeplant. In tinnen voorwerpen uit Engeland kan men de dubbele Tudor-roos zien, die daar sinds 1500 als merkteken in werd geslagen als bewijs dat het voorwerp van zuiver tin was. In oude kerken en kathedralen zijn prachtige rozenramen te vinden. Om het nog niet eens over de rozenkrans te schrijven. En aan het einde van de zestiende eeuw ontstond rondom Grasse (in de Franse landstreek Provence) een parfumindustrie. Het stadje zou uitgroeien tot het centrum van deze industrie in Frankrijk.

 

Malmaison

Momenteel wordt 60% van de natuurlijke aroma’s (zowel voor de parfum- als voor de voedingsindustrie) in deze regio geproduceerd door huizen als Fragonard, Galimard en Moulinard. Rozen vormen hierbij een belangrijk bestanddeel. Met rozen als basisingrediënt werden tal van producten gemaakt zoals parfums, poeders, rozenolie en gedestilleerd rozenwater. Kortom, alles wat er al te maken viel van en met rozenblaadjes.
Keizerin Joséphine de Beauharnais (echtgenote van Napoleon) had in haar tuinen van Malmaison (ten noorden van Parijs) duizenden rozen, verzorgd door de beste tuinlieden die er maar te krijgen waren. Schilder en plantkundige Pierre-Joseph Redouté (1759-1840) tekende en schilderde ze allemaal. Hij legde ze op een manier voor het nageslacht vast dat ze nog altijd een lust voor het oog zijn. Met enige regelmaat worden kalenders, kaarten en facsimile uitgaven met zijn werk opnieuw op de markt gebracht.

 

Niet populair
Hoe geurend ze ook zijn, hoe fraaie hun soms volle barokke bloemen en hun welluide namen, toch zijn oude en historische rozen lang niet altijd even populair bij het grote publiek. De meeste bloeien maar één keer, in de vroege zomer. Toch hebben ze beslist voordelen. Veel soorten hebben weinig of geen snoei nodig. Ze nemen slechte grond meestal voor lief hoewel ze het op goede grond beslist nog beter zullen doen. Sommige rozen kunnen uitgroeien tot hoge, brede struiken en een plaatsje achter in een border is dan wel zo verstandig. Ze zijn bevattelijk voor schimmels.